[email]

Van Teeffelen: ‘Spelers weten dat ze beschermd worden’

23/08/2016

Tom van Teeffelen draait al weer meer dan een jaar mee als fysiotherapeut bij de Orange Lions. “Vorig jaar was ik in mijn eentje. Gelukkig doen we het nu met zijn tweeën”, wijst de 30-jarige fysiotherapeut op de inzet van collega Rud Raymakers.

Van Teeffelen is niet onbekend met de basketbalsport. Hij heeft een korte basketbalcarrière gehad bij AMVJ Amsterdam. “Ik ben daar in de kadetten (tot en met 16 jaar) begonnen. Ik heb met het eerste team nog rayon eerste klasse gespeeld.”

Vorig jaar werd Nederland B (ook wel de Young Lions) in het leven geroepen. Via via had Van Teeffelen gehoord dat ze voor dat team nog een fysiotherapeut zochten. Van Teeffelen was wel geïnteresseerd. Na een gesprek met teammanager Peter van Noord is hij dat traject ingegaan. Naar tevredenheid van beide partijen. “Met de fysiotherapeut die er toen bij het A-team was, kwamen ze er niet uit. Mij is toen gevraagd of ik bereid was om ook dat traject voor mijn rekening te nemen. Dat liet ik me niet nog een keer zeggen.”

Prioriteiten stellen

Na een lange voorbereidingsperiode reisde Van Teeffelen met de Orange Lions mee naar Zagreb. “Het is hard werken om iedereen klaar te stomen voor de wedstrijden”, legt de Amsterdammer uit. “Je leert vooral je tijd te verdelen. Ik vond het jammer dat ik er alleen voor stond. Ik wil wel bepaalde kwaliteit blijven bieden en dan heb je eigenlijk meer tijd nodig. Je gaat dan selecteren en kijken wat op dat moment het meest belangrijk is. Je moet prioriteiten stellen, terwijl dat eigenlijk niet zou moeten.”

Van Teeffelen, die een master volgt voor manueel therapeut, heeft een eigen praktijk in Amsterdam. Daar behandelt hij mensen met klachten vanaf de romp naar beneden. In zijn praktijk ontvangt hij vaak individuele spelers die voor een second opinion komen of net even wat meer details willen horen. “Als fysiotherapeut van een club heb je niet altijd de tijd om iedereen te behandelen Wij treden dan vaak op als verlengstuk van de clubfysio en brengen rapportage aan de club uit.”

Deze rolverdeling wilde Van Teeffelen bij de Orange Lions ook doorvoeren. “Mijn ervaring heeft geleerd dat clubfysio’s vaak terughoudend zijn als een speler naar een externe fysiotherapeut gaat. Ik heb geprobeerd om dat om te draaien. Ik heb vorig jaar veel contact gehad met de fysiotherapeuten van de clubs. Bijvoorbeeld om te weten of er iets specifieks speelde. Juist om hen er dan bij te betrekken en eventueel een lijn door te kunnen zetten.”

Tijdens EuroBasket 2015 kreeg Van Teeffelen weinig kans om met fysiotherapeuten van andere landen te praten. “Kennisdelen met fysiotherapeuten van andere landen doen we niet echt. Kennis zit vooral in wat we uit de wetenschap halen. De laatste sportmedische ontwikkelingen volg ik altijd wel. Daarin zit niet heel veel nieuws.”

Tijdens EuroBasket 2015 vond één medische meeting plaats. Daar werd de medische staf van alle teams aan elkaar voorgesteld. “Ik was daar in mijn eentje voor de Orange Lions. Griekenland was daar met een man of acht. Het was wel grappig om dat verschil te zien.”

Vertrouwen

Toon van Helfteren en Sam Jones staan heel open voor de mening van Van Teeffelen. “Ik heb daarin vanaf het begin veel vertrouwen gekregen van de coaches. Een beslissing over het wel of niet laten spelen van een geblesseerde speler proberen we altijd in samenspraak te doen. Het is voor de spelers ook wel goed om te weten dat zij beschermd worden. Ik bewaak de bovengrens. We moeten geblesseerde spelers niet te veel laten doen. Ik zie het breder. We hebben nu een prestatie te leveren, maar dat mag niet ten koste van de carrière van een speler gaan. We willen de spelers aan het eind van het traject weer netjes bij de clubs afleveren.”

Tot nu toe is Van Teeffelen dit jaar niet naar het buitenland geweest met de Orange Lions. “Ik heb thuis een pasgeboren baby zitten. Rud Raymakers heeft de uitwedstrijden en de toernooien gepakt, ik heb het werk hier in Leiden gedaan. Vanaf de uitwedstrijden in Groot-Brittannië ben ik er weer helemaal bij. Dan gaan we ook een deel met z’n tweeën doen.”